Gepubliceerd op 20-01-2021

Bismarck (geslacht)

betekenis & definitie

(enkele takken der familie schrijven Bismark). Duitsch geslacht, dat zijn naam aan het aan de Biese gelegen stadje Bismark ontleent;

Herebord (Herbord) von B., die als stamvader geldt, was in 1270 hoofd van het koopmansgilde te Stendal; zijn kleinzoon Rule (Rudolf) von B. was in 1338 lid van den stadsraad van Stendal en stierf geëxcommuniceerd, wijl hij den invloed van den bisschop van Halberstadt op het lager onderwijs had tegengewerkt. Nicolaus von B., overl. 1377, werd in 1345 door markgraaf Ludwig van Brandenburg met het slot Burgstad beleend, hetwelk Friedrich von B. in 1562 in ruil voor Schönhausen, Fischbeck, Crevese enz. aan keurvorst Joachim II van Brandenburg afstond; deze Friedrich von B. droeg na deze ruiling den bijnaam van Permutator en werd door zijn beide zonen stamvader der nog bloeiende hoofdlinies: zu Schönhausen en zu Crevese in der Altmark. Uit beide liniën hebben zich meerdere leden op staatkundig of militair gebied onderscheiden

Christoph Friedrich von B., overl. 1704, heer van Schönhausen, was generaal in pruisischen dienst en kommandant van Cüstrin; zijn zoon Ludolf August von B (zie deze) was generaal in russischen dienst.

Levin Friedrich von B., overl 1774, was onder Frederik den Groote van 1746—64 geheim staats-minister en had tevens de portefeuille van justitie. Zijn zoon, August Wilhelm von B., geb. 7 Juli 1750, overl. 3 Febr. 1783, was geheim-staatsminister, minister van oorlog, chef van accijnsen, tolrechten, handel en fabriekswezen van het koninkrijk Pruisen.

Uit den Rijnschen tak der linie Schönhausen stamde Friedrich Wilhelm, graaf von Bismark (zie deze); diens oudste broeder, vrijheer Ludwig von B., overl. 31 Maart 1816 als opperhofmaarschalk on overste in dienst van den hertog van Nassau, liet een zoon na, graaf Friedrich von B. (geb. 19 Aug. 1809, 17 Febr. 1818 in den Würtemb. gravenstand verheven, bezitter van het goed Schierstein (vandaar Bismarck-Schierstein), pruisisch legatieraad, tot 1866 directeur der bad-inrichtingen te Eins), benevens drie andere kinderen, die 13 Sept. 1831 evenzoo in den Württemb. gravenstand werden verheven.

Tot de linie Schönhausen behooren

1) de eerste duitsche rijkskanselier, vorst Otto Eduard Leopold von B. (zie deze),
2) de pruisische generaal der infanterie graaf Theodor von B.-Bolden (geb. 11 Juli 1790, overl. 1 Mei 1873), die door de bemoeiingen van zijn schoonvader, graaf Friedrich Ludwig von Bohlen, 21 Febr. 1818 in den pruisischen gravenstand werd verheven, met vergunning naast zijn eigen naam dien van het geslacht Bohlen te voeren, evenals het wapen van zijn geslacht;
3) Friedrich Alexander graaf von B.-Bohlen (zie deze), zoon des vorigen kavallerie-generaal.

< >