1) Landkreits van het pruisisch regeeringsdistrict Maagdenburg, 432⅔ km.2, in 1900: 40.259 inw., in 4 steden en 51 landgemeenten.
2) Stad en stadsdistrict in het pruisisch regeeringsdistrict Maagdenburg, aan de Holzemme, de spoorlijnen Halle—Aschersleben— Seesen en Maagdenburg—Thale, telde in 1900: 42.810 inw., w.o. 4285 r.-kath. en 773 israe lieten; kamer van koophandel, filiaal der rijksbank; de Lievevrouwenkerk (1005—1284) en de dom St. Stephan zijn de voornaamste kerkgebouwen; een kortgeleden gerestaureerd gotisch raadhuis uit de 14de eeuw. H. heeft een dom-gymnasium, in de 9de eeuw gesticht, 1674 gereorganiseerd, allerlei andere instellingen van onderwijs, een doofstommen-instituut, twee groote bibliotheken, en nevens den Gleimschen Freundschaftstempel, welke 120 in olieverf geschilderde portretten van geleerden, dichters en staatslieden der 18de «eeuw bevat, meerdere aanzienlijke privaatverzamelingen van kunstvoorwerpen en oudheden, verder de ornithologische verzameling van Heine. Over het geheel is H. sedert den tijd dat Gleim hier een kring van uitgelezen mannen, de z.g. Halberstadtsche dichterschool, om zich verzamelde, een middelpunt van opgewekt kunstleven geweest. De fabrieken leveren suiker, spiritus, leer, zeep, handschoenen en sigaren. Belangrijk zijn verder de brouwerijen en de handel in de voortbrengselen van de kopersmelterijen en mijnen der naaste omgeving.
H. werd in 804 zetel van een bisdom en groeide snel aan tot een volkrijke en invloedrijke stad; de bisschoppen wisten in den loop des tijds hunne stiftsgoederen aanzienlijk uit te breiden; nog kort voor de secularisatie van het stift in 1643 verwierf de toenmalige kerkvorst het graafschap Regenstein. De reformatie hield reeds in 1542 haar intocht in het bisdom, en dit werd bij den westfaalschen vrede opgeheven en met den titel vorstendom H. bij Brandenburg gevoegd. Door den vrede van Tilsit kwam het gebied aan het koninkrijk Westfalen. In 1813 nam Pruisen het weer in bezit; het grootste deel werd bij het regeeringsdistrict Maagdenburg gevoegd, de rest werd met Merseburg vereenigd.