1) Arrondissement van het fransche departement Hérault: 1744'/i km.2 groot; het omvat de 12 kantons Agde, Bédarieux, Béziers I, Béziers II, Capestang, Florensac, Montagnac, Murviel, Pézenas, Roujan, Saint Gervais, Servian, tezamen met 99 gemeenten en 179,300 inw.
2) Hoofdpl. van het arrond. en der kantons Béziers I (9 gem„ 32,400 inw.) en Béziers II (8 gem., 36,500 inw.), niet ver van de Middell. zee, aan de Orb en aan het Midi-kanaal; 48,000 inw.; destilleerderijen, brandewijnstokerijen, handel in wijnen, sterke dranken, bieren, vruchten, graan en meel; belangrijke veemarkten. De stad is fraai gelegen aan de helling van een heuvel, 72 km. van Montpellier, aan de lijnen Bordeaux-Cette, B.-Rodez (193 km.) en B.-Lodève; zij is liet Beterrae der gallische Teetosagen; in 120 v. Chr. werd zij door de Romeinen ingenomen; het christendom werd haar gebracht door Sint-Aphrodise, den eersten bisschop van Béziers; zij werd ingenomen door de Westgothen in 418, door de Sarracenen in 725, verwoest door Karel Martel in 736, herbouwd door zijn zoon Pepijn; van de 11de tot de 13de eeuw vormde zij een burggraafschap, waartoe ook Albi en Carcassonnebehoorden; gedurende dien tijd was zij gedurig in oorlog met haar beide souvereinen, den graaf van Toulouse en den koning van Aragon. Gedurende den Albigenzer kruistocht koos de burgraaf van B. de zijde der Albigenzen, waarop e kruisvaarders B. belegerden en haar vermeesterden; de stad werd verwoest (1209), vele der inwoners gedood; het burggraafschap B. kwam nu aan Simon van Montfoort, wiens zoon het aan Lodewijk VIII afstond; in de 16de en 17de eeuw was B. een protestantsche stad; na den opstand van Montmorency werd zij ontmanteld (1633). Onder de vijf kerken zijn te noemen de Saint-Nazaire, vroeger kathedraal (gebouwd 12e-14e eeuw) en de Madeleine, in welke bij het bloedbad van 1209 zeven duizend bewoners der stad werden omgebracht, naar men zegt. Aan het kanaal du Midi het standbeeld van Riquet, aanlegger van genoemd kanaal. Te B. werden in 356, 1233 en 1351 conciliën gehouden.