Een soort kaartspel; B.-tafeltje: tafeltje waarop de spelers bij het B. de gemaakte punten aanteekenen. Het spel was in de 13e eeuw aan het fransche hof zeer in zwang, geraakte uit de mode, doch kwam omstreeks 1870 in Engeland weer op.
Doorgaans wordt het door twee personen gespeeld, met twee dooreengeschudde piquetspelen; de spelers krijgen eerst elk 8 kaarten; de kaart die dan bovenop de overblijvende hoop ligt wordt gekeerd en geeft de troefkleur aan; na eiken slag nemen beide spelers een van de nog niet verdeelde kaarten; groepen van opvolgende kaarten (roem) en andere kaartcombinatiën (4 azen, 4 koningen, 7 troeven, enz.) geven een vooraf bepaald aantal punten; hetroemstelsel bij dit spel is zeer ingewikkeld en maakt de hoofdzaak van het spel uit; de laatste slag geeft 10 punten.