Sm. Plantengeslacht van de fam. der Cueurbitaceeën, met slechts eene soort, B. cerifera, of B.
Mspida Cogn., die in tropisch Azië inlieemsch is ; het is een eenjarige kruipende plant, met een muskusachtigen geur: bloemen geel; kelk 5-spletig, gezwollen, bloemkroon 5—lippig; 5 meeldraden, 1 stijl met 3 lobbigen stempel; vrucht een driehoekige, veelzadige met een waslaag bedekte komkommervrucht, groen van kleur met blauwarhtig groene strepen; stengel sappig; bladen hartvormig, behaard. Zij wordt zoowel in Oost-Indië, waar zij door de Javanen waloeli deleg en bligo en door de Maleiers koendoer en beligoe wordt genoemd, als in tropisch Afrika en Amerika om hare eetbare vruchten en in Europa als sierplant gekweekt; de jonge vruchten worden gegeten; het sap uit den stengel wordt als verkoelend middel gebruikt