Gepubliceerd op 20-01-2021

Benin

betekenis & definitie

Vroeger de naam van het geheele oostelijk deel van Opper-Guinea, van de monding der Volta over de delta van den Niger tot aan do Rio del Rey. Dit uitgestrekte kustgebied was tot op liet midden der 19e eeuw do hoofdzetel van den slavenhandel, waarnaar het den naam van Slavenkust kreeg, welke naam vooral voor het westelijk deel behouden bleef.

In engeren zin verstond men vroeger onder B. een despotisch negerrijk, dat zich van het oostelijk einde der lagune Ossa, aan wier westelijken ingang Lagos ligt, over de Nigerdelta en tot aan de monding van de OldCalabar, uitstrekte, en het machtigste was aan de geheele kust. Nog thans bestaat een rijk dat met den naam Benin wordt aangeduid, waartoe echter nog slechts het westelijk deel van de Nigerdelta behoort, terwijl zich in hot overig gedeelte daarvan allerlei zelfstandige staatjes hebben gevormd. De Niger vormt over een lengte van 185 km., van Ebo tot Idda, de oostgrens van dit rijk; de noordgrens wordt gevormd door de reohterzijrivier van den Niger, de Ado of Edu, naar welke B. ook dikwijls wordt benoemd. De kust van B. is zeer gebroken door een menigte moerassige rivierarmen; het kustgebied is vlak; naar het binnenland verheft zich het land geleidelijk. Het klimaat van B. behoort tot het ongezondste en meest beruchte der geheele Slavenkust. De bodem is vruchtbaar; flora en fauna komen geheel met die van Guinea overeen.

De rivieren zijn vischrijk. Het land is tamelijk dicht bevolkt; de taal der bewoners behoort tot de veelledige taalfamilie der Beninvolken of Negerstammen van de Niger-delta. De gelijkn. hoofdstad ligt westelijk van de aan haar monding 3 krn. breede Benin-rivier of Formosa, die vroeger als zelfstandige rivier werd beschouwd, doch later de westelijkste mondingsarm van den Niger bleek te zijn. B. werd in 1484 door den portugees Diego Oam, die op dezen tocht vergezeld werd door Martin Behaim, ontdekt en in 1486 door Alfonso de Aveiro bezocht: in 1786 vestigden de fransehen hier een aantal nederzettingen, die in 1792 door de engelse,hen verwoest werden. In 1885 verklaarde Engeland B. tot engelsch sohutsgebied en lijfde het land bij het Nigerprotectoraat in. Tegen het einde der 19e eeuw stond B. herhaaldelijk tegen Engeland op, totdat ten slotte in het voorjaar van 1897 de hoof'dstad ingenomen werd, welk feit vooral voor de oudheidkunde van Afrika van belang werd, daar in de omgeving van genoemde plaats allerlei voortbrengselen van oud-Beninsche kunst werden gevonden.

< >