(ital. basso, diep) In de muziek : de laagste of diepste stem bij meerstemmige zang- of instrumentaalstukken. Naar deze stem worden de harmoniën en accoorden berekend.
De uitvoering der baspartij in een stuk kan op alle instrumenten van het orkest en op elke stemgroep van het koor vallen ; echter is het regel dat de laagste partij bij een orkest door een zoogenaamd bas-instrument bezet wordt ; in meerstemmige vokaalwerken neemt de diepste mannenstem doorgaans de laagste partij op zich. Een goede basstem heeft een omvang van twee octaven (F—e) en daarboven; de diepste basstemmen komen in Rusland voor ; in het bijzonder echter vereenigen die der Italianen omvang, kracht, welluidendheid en bewegelijkheid in een mate in zich, als bij andere volken tot de grootste zeldzaamheden behoort. In zangkoren onderscheidt men lsten en 2den bas; toonzettingen met een 3den en 4den B. behooren tot de zeldzaamheden.