(hertog van Brunswijk-Lüneburg-Beveren) Pruisisch infanterie-generaal, geb, 10 Oct. 1715 te Brunswijk, trad 1734 in pruisischen krijgsdienst, en werd in 1747 gouverneur van Stettin; in den zevenjarigen oorlog droeg hij bij tot de overwinning bij Lobositz, 1 Oct. 1756; 21 April 1757 versloeg hij zelfstandig den graaf van Königseck bij Reiehenberg; hij voerde bij Praag, 6 Mei, een deel van den rechtervleugel aan; in den slag van Kolin had hij het bevel over den rechtervleugel van liet koninklijk leger, en behoedde dit door zijn standhouden voor algeheele vernietiging, waarna hij belast werd met het opperbevel over de krijgsmacht die in de Lausitz tegen de Oostenrijkers oprukte. Na het gevecht bij Moys, 7 Sept, trok hij op Breslau terug, en aanvaardde op uitdrukkelijk bevel des konings den slag van Breslau, 22 Nov., die met zijn nederlaag eindigde.
Den volgenden dag werd hij gevangen genomen, naar het schijnt niet tegen zijn wil; Mei 1758 weer in vrijheid gesteld, werd hij andermaal gouverneur van Stettin; weder in het veld geroepen behaalde hij oen belangrijke overwinning bij Reichenbach,7 Augs.l762,op de Oostenrijkers, en kreeg daarop het opperkommando tot aan den vrede van Hubertusburg. Hij stierf 2 Aug. 1781 te Stettin.