deensch componist, geb. 8 April 1843 te Kopenhagen, studeerde aldaar onder Gade, ging in 1862 naar Berlijn, waar hij zijn studiën onder Bülow voortzette, om ze te Parijs onder leiding van Berlioz te beëindigen. Te Parijs schreef hij de opera’s: Tovellile, Hjalmar en Ingeborg en de Joodsche trilogie.
In 1869 ging hij naar Italië, waar in 1870, te Milaan, zijn opera Vendetta werd opgevoerd. In 1872 werd hij directeur van het Peabody-instituut te Baltimore. Behalve de genoemde werken componeerde hij een hymne op den vrede (1868), de opera De reiziger (1872), vijf symphonieën, een christelijke trilogie voor koor en orkest (1882), een requiem 1887), dansen, liederen, concertstukken, een „opera zonder woorden” (1833) en noordsche suites voor orkest.
