Gepubliceerd op 14-03-2021

Antonius walaeus

betekenis & definitie

eigenlijk A. de Wale, godgeleerde, geb. 1573 te Gent, was o. a. predikant te Middelburg en werd in 1606 hoogl. in de philosophie en de grieksche taal aan de doorluchtige school aldaar; had zitting in de Dordsche synode en werd omstreeks denzelfden tijd benoemd tot hoogl. in de godgeleerdheid aan de univ. te Leiden, waar hij 1639 overl; bekend als ijverig contra-remonstrant; werkte mede aan de bijbelvertaling. Zijn Opera theologica verschenen 1642, in 2 dln.

< >