Een soort pestaardige roosziekte, aldus genoemd, wijl de voorspraak van de H. Antonius in ’t bizonder tegen deze ziekte werd ingeroepen.
In de middeleeuwen naam eener in geheel Europa veelvuldig voorkomende epidemische ziekte, waarbij vooral de geledingen werden aangetast, waarna de omliggende vleeschdeelen zich begonnen te ontbinden. Vroeger ook naaro voor de roode loop bij varkens.