Fransch pantheïst, geb. te Bena (bisdom Chartres), overl. 1204 te St. Martin des Champs, stichter van de sekte der Amalricianen.
Hij was te Parijs hoogleeraar in wijsbegeerte en godgeleerdheid. Toen de hoogeschool van Parijs zijne pantheïstische stellingen had verworpen, moest hij zich daarover voor paus Innocentius III verantwoorden. Zijne verdediging mislukte en de uitspraak der hoogeschool werd gehandhaafd en bekrachtigd. Kort daarop stierf Amalrik van schaamte en hartzeer. Het is moeielijk uit te maken of al de leerstellingen der Amalricianen, zijne volgelingen, ook de zijne waren. Op een synode te Parijs in 1205 werden de leerstellingen der Amalricianen veroordeeld, welk vonnis door Innocentius III op het Lateraansche concilie van 1215 werd bekrachtigd ; de voorn, en geleerdste ijveraar der Amalricianen was David van Dinan (zie deze), die de leer der sekte aldus formuleerde: „Alles is één; alles is God; God is alles; er is geen Drie-eenheid, maar God heeft in den loop der tijden driemaal de gestalte des menschen aangenomen en zich diensvolgens op drievoudige wijze geopenbaard — met Abraham begint de periode des Vaders, met Jezus de periode des Zoons, en met Amalrik de periode des Heiligen Geestes; evenals de periode des Zoons de Mozaïsche wetgeving ophief, te niet deed, heft de periode van Amalrik alle door den Zoon ingestelde sacramenten en alle door zijn kerk ingevoerde verordeningen op en doet ze gelijkerwijze te niet; voortaan openbaart God zich slechts als Heilige Geest persoonlijk zonder eenige tusschenkomst aan de harten der menschen en degene in wien hij verblijf neemt, kan niet zondigen”..