of eigenlijk Abu-Jafer-Abdallahben-Mohamed-al-Mansor (al-mansor beteekent „door God geholpen”) Tweede kalif van de dynastie der Abbassiden; hij regeerde van 754 tot 775. Door burgeroorlog, verraad en moord baande hij zich een weg tot den troon en bleef zich door deze middelen handhaven.
Hij beging allerlei wreedheden, en vervolgde op afschuwelijke wijze de christenen in Lydië en Egypte. In zijn oorlogen tegen uitwendige vijanden was hij meestal ongelukkig. Hij verplaatste den zetel van het kalifaat van Kufa naar de stad Bagdad, aan welker stichting hij ontzettende sommen gelds, de opbrengst van gedwongene, drukkende belastingen, besteedde. Het beste van wat de geschiedenis zijnenthalve vermeld, is de bescherming, die hij kunsten en wetenschappen verleende. Hij stierf tijdens een bedevaarttocht naar Mekka, in zijn 63ste levensjaar.