belgisch staatsman, geb. te Yperen 1855, overl. te Brussel 1901, was hoogleeraar in handelsrecht, fiscaalrecht en strafrecht aan de universiteit te Leuven en werd in 1892 afgevaardigde' voor deze stad in de Kamer. Hij was een der stichters van den bond voor evenredige vertegenwoordiging, deed in de Kamer het meervoudig stemrecht aannemen (1893) en was van 1895 tot 1899 minister van nijverheid en arbeid.
In 1897 was hij voorzitter van de Wereldtentoonstelling te Brussel en in 1900 van de commissie voor de belgische afdeeling op de wereldtentoonstelling te Parijs. Hij stond aan het hoofd van de democratische richting onder de katholieken. Van zijn werken zijn het meest vermaard: Traités des sociétés commerciales; Commentaire législatif du code de commerce; Le suf frage universel tempéré; Le vote plural.
