Newton bracht het verschijnsel der afkoeling en verwarming onder de formule: „De hoeveelheid warmte welke een lichaam in een seconde verliest of wint is evenredig aan het verschil van zijn temperatuur met die der naaste omgeving”. Het is gebleken dat deze wet geldt voor verschillen in temperatuur van minder dan 20 graden.
Daarboven is de warmtehoeveelheid die afgestaan of opgenomen wordt, grooter.
