Afstralen (straalde af, heeft en is afgestraald), (van licht, glans, luister, gloed enz.) stralende van iets uitgaan, of van zich doen uitgaan: het licht dat den heelen avond van de lamp heeft afgestraald; persgloeilicht straalt veel meer licht af en is goedkooper dan gewoon gloeilicht;
— (fig.) het scheen dat een glans van goddelijke genade uit hare oogen afstraalde;
— (van warmte) stralend van een verhit voorwerp uitgaan, zich van daar verspreiden, waardoor het voorwerp afkoelt: er straalt vrij wat hitte van dien oven af; wat straalt die kachel af, wat eene warmte geeft, verspreidt die kachel;
— men behoort te zorgen, dat de warmte niet te veel uit den stoomketel afstraalt, ook de stoomketel straalt te veel warmte, te veel af; (van aangename gewaarwordingen en toestanden, of schoone hoedanigheden) door het gelaat duidelijk uitgedrukt worden: de blakende gezondheid die hem niet alleen uit zijne oogen blinkt, maar zelfs van zijn gelaat afstraalt;
— (van schoone hoedanigheden en eigenschappen) zich duidelijk openbaren in: uwe eeuwige algenoegzaamheid straalt in de wijsheid heerlijkst af;
— op iem. of iets afstralen, glans of eer eraan mededeelen;
— (van heilrijke werkingen of invloeden, of wel van hoedanigheden of eigenschappen, in verband gedacht met den invloed dien zij oefenen) aan iem. of iets zijn oorsprong ontleenen en op andere personen of zaken zijn invloed doen gevoelen (bijb.) God, het waarachtige licht, verlichte alle heilbegeerige harten met de afstralende genade van Zijn Heiligen Geest; als mensch deel ik in de eer die afstraalt van Zijn luister;
— (van een licht) naar beneden stralen: het licht, dat van de gaslantaarns afstraalt;
— (dicht.) (fig.) (van schoone hoedanigheden of eigenschappen) zich zóó schitterend vertoonen, dat zij als een stralend licht den beneden geplaatsten aanschouwer duidelijk in ’t oog vallen hoe straalt Zijne almacht in die luchtzee van azuur, van den eindeloozen archipel der starren af;
— (van water of andere vloeistoffen) stralend afloopen, in stralen afstroomen: het water straalde van het dak af; het zweet straalde langs de wangen af.