Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Verraad

betekenis & definitie

o., het verraden, trouweloosheid, schennis van verschuldigde trouw, inz. door het in handen spelen van personen, plaatsen of goederen aan de vijand of de tegenpartij : verraad plegen ; de vesting viel door verraad in hun handen ; het verraad wreken ; — het verraad loont zijn meester, de verrader krijgt (vroeg of laat) zijn verdiende loon.

< >