Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Trits

betekenis & definitie

v. (-en), drietal, drie: de trits der Bevalligheden, de drie Gratiën; — de poëtische trits, gevoel, verbeelding, heldenmoed, die volgens Da Costa ieder dichter moet hebben; — drie geworpen dobbelstenen met evenveel ogen op ieder; drie azen (in het kaartspel).

< >