(haalde terug, heeft teruggehaald),
1. terugtrekken : hij stoot hem de dolk in de buik en haalt het wapen terug om nog een tweede steek toe te brengen;
2. weer halen wat men gebracht heeft: dit biljet wordt teruggehaald;
3. halen om terug te doen keren: de loper gaat net de deur uit, haal hem nog even terug, dan kan hij dit ook nog meenemen.