(bracht terecht, heeft terechtgebracht),
1. op de goede plaats brengen, daar brengen waar het behoort: hij bracht hem ongedeerd uit een afgrond terecht; (fig.) een dwalende terechtbrengen, weer op het goede pad brengen;
2. terugvinden: dat is terechtgebracht;
3. in de goede toestand, in orde brengen: ik zal die verwarde rommel niet kunnen terechtbrengen; van iets niet veel terechtbrengen, er weinig goeds van maken.