Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Temperatuut

betekenis & definitie

I. TEMPERATUUR'

(<Lat.), v. (...turen),

1. graad van warmte, in ’t bijzonder zoals die uitgedrukt is in een aantal graden van een thermometer: water kookt bij een temperatuur van 100° C ; de temperatuur rijst, stijgt, daalt, zakt; de temperatuur aflezen ; op temperatuur brengen, gezegd b.v. van wijn, van een kamer enz. : de gewenste temperatuur er aan geven;
2. warmte van de lucht, inz. op een bep. plaats en een zeker tijdstip : het was vandaag een heerlijke temperatuur;
3. warmtegraad van het dierlijk lichaam: temperatuur opnemen;
4. (in taal van verpleegsters en derg.) verhoging van temperatuur (3.), koorts : die man heeft altijd temperatuur.

II. TEMPERATUUR' (<It.), v., wijze waarop men zekere muziekinstrumenten stemt, in 't bijz. verandering die men met een praktisch doel in de natuurlijke verhouding der intervallen bij instrumenten met vaste intonatie aanbrengt: gelijkzwevende en ongelijkzwerende temperatuur.

< >