Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

STOFFERING

betekenis & definitie

v. (-en),

1. het stofferen: Jacob van Ruisdael maakt zo weinig werk van de stoffering, dat hij de figuurtjes in zijn schilderijen door anderen laat schilderen; de stoffering en meubilering van een kamer;
2. datgene waarmee men stoffeert, in een der bet. van dat woord: naar de wet omvat de stoffering bepaaldelijk ook de meubilering, in het dagelijks leven niet.

< >