v. (-en),
1. plek waar men kan of moet staan; toegewezen plaats voor een tent of kraam gedurende de kermis, de markt: de marktmeester wijst de staanplaatsen aan.
2. plaats als toeschouwer of reiziger waar men kan of moet staan (tgov. zitplaats): wij moesten ons met een staanplaats vergenoegen.