m. (-ken),
1. hijgende of krampachtige ademtocht: de laatste snik geven, sterven, de adem uitblazen; tot aan zijn jongste snik;
2. schokkende beweging waarmee heftig of onderdrukt schreien gepaard gaat: wilde, hese snikken; in snikken uitbarsten;
3. (volkst.) oude snik, oude klare.