Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

SMOUT

betekenis & definitie

o.,

1. (vero.) week vet;
2. (thans gew.) gesmolten en vervolgens weer gestolde reuzel, als smeersel

voor brood;

3. (Zuidn.) uit zaad geslagen olie ;
4. (drukk.) zetsel waarvan een belangrijk gedeelte uit. vaste formules bestaat, die de drukker heeft of laat staan (voor convocaties, prijscouranten enz.) en vervolgens alle zetwerk dat niet uit doorlopende regels van één lettertype bestaat, zoals gelegenheidsdrukwerk, biljetten, reclames enz. ; — letters en figuren voor zulk werk.

< >