Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

SMIEZEN

betekenis & definitie

I. in de gemeenz. uitdr. iets in de smiezen hebben, in de gaten hebben, zien, bemerken ; iem. in de smiezen hebben, zijn plannen voorzien, (ook) op hem letten ; dat loopt in de smiezen, in de gaten.

II. (smiesde, heeft gesmiesd), (gew.) schransen, smullen : wat zit hij te smiezen.

< >