Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

SMEUÏG

betekenis & definitie

bn. bw. (-er, -st),

1. smijdig; — (van spijzen) dikvloeibaar, gebonden: een smeuïg soepje;
2. lekker, smakelijk: iem. iets smeuïg maken; smeuïg vertellen; smeuïge taal, vol plastische, karakteristieke uitdrukkingen, levendig en aangenaam in het gehoor vallend.

< >