Wat is de betekenis van smeuïg?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SMEUÏG

bn. bw. (-er, -st), 1. smijdig; — (van spijzen) dikvloeibaar, gebonden: een smeuïg soepje; 2. lekker, smakelijk: iem. iets smeuïg maken; smeuïg vertellen; smeuïge taal, vol plastische, karakteristieke uitdrukkingen, levendig en aangenaam in het gehoor vallend.

2025-07-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

smeuïg

smeuïg - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: smeu-ig 1. vol smakelijke details ♢ Ortilia kan smeuïg vertellen Bijvoeglijk naamwoord: smeu-ig ... is smeu\'efger dan ... het smeu\'efgst...

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

smeuïg

= → smeu.

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-28
Woordenboek Nederlands - Marokkaans Arabisch

Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press