Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Scheerhout

betekenis & definitie

o. (-en),

1. houtje tussen de dollen waarop een riem rust, vulhout;
2. horizontaal hout van een steiger, evenwijdig lopend met de werkmuur;
3. langwerpig stuk hout met gaatjes, dienende om lijnen die daardoor gestoken worden uiteen te houden;
4. houtje waaraan een wimpel bevestigd is.

< >