bn. bw.,
1. in, van, uit Pruisen: Pruisische soldaten;
2. (oneig.) het zal Pruisisch zijn, het zal niet goed aflopen; het ging er van morgen weer Pruisisch toe, heftig, opgewonden.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: