Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Praline

betekenis & definitie

(Fr., genoemd naar de maarschalk Du Plessis Praslin (✝ 1675), wiens kok ze het eerst maakte), v. (-s), oorspr. een gebrande amandel geglaceerd met suiker; bonbon bestaande uit suikerbrij, amandelcrème en een likeur in een omhulsel van chocolade; (Zuidn.) bonbon in ’t alg.

< >