Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Phaëthon

betekenis & definitie

Gr. Phaë'thoon [de lichtende], zoon van Helius en Cly'mene, kreeg, op aanstichten van zijn moeder, na Epaphus’ verwijt, voor een enkele dag verlof de zonnewagen te mogen rijden om zijn afkomst van de zon te bewijzen, doch kon de paarden niet houden, zodat deze van de zonnebaan raakten en de aarde begon te schroeien. Zeus doodt hem met zijn bliksem en hij stort in de Eri'danus (de Po) (Ovid., Met. 2,1 vg.).

< >