Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Phaëton

betekenis & definitie

1. (Gr. myth.) zoon van Helios, die na lang smeken voor één enkele dag de zonnewagen mocht rijden, maar door zijn onhandigheid de wereld dreigde in brand te steken, waarom Zeus hem doodde;

2. (sterr.) wagenman, voerman, een Noords sterrenbeeld;
3. m. (-s), een visetende keerkringsvogel (Phaëthon);
4. m. (-s), licht open rijtuig op vier wielen; later ook op twee wielen.

< >