m. (-s),
1. iem. die een nieuw pad ontdekt in de wildernis; — (fig.) baanbreker, voorloper;
2. Ned. verzamelnaam voor welpen, verkenners en voortrekkers; knaap die aangesloten is bij de vereniging der boy-scouts, die ten doel heeft knapen door oefening op te leiden tot moedige, vaardige, opofferende, zelfstandige mannen.