Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Ontglippen

betekenis & definitie

(ontglipte, is ontglipt),

1. glippend ontsnappen: die aal is u ontglipt; — (oneig.) door een vlugge beweging ontkomen: hij ontglipte aan mijn vingers, anders had hij er geducht van langs gehad; — fig.: stil ontglipt er een zucht aan haar borst; deze klachten zijn onwillekeurig aan mijn pen ontglipt.
2. ontgaan, verloren gaan voor: wat de Hansa ontglipte, eigenden de Hollanders zich toe; dat ontglipte ook de aandacht van de anderen niet; ik zal mij dat geluk niet weer laten ontglippen.

< >