bn.,
1. helder, glanzend: is uw binnenst rein! de spiegel van uw ziel nog onbezwalkt! (Staring); 2. onbeneveld, onbewolkt: ’t onbezwalkt azuur;
3. onbesmet, rein, vlekkeloos: onbezwalkte deugd; zijn roem bleef onbezwalkt bij ’t nageslacht leven.
Gepubliceerd op 01-01-2021
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: