Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Jubelen

betekenis & definitie

(jubelde, heeft gejubeld),

1. vreugdekreten aanheffen : van blijdschap, van vreugde jubelen ; — jubelend, met gejubel, uiting gevend aan opgetogen vreugde ; — op zulk een wijze uiten, of wel (van geluiden) klinken ;
2. (scherts.) jubileren.

< >