Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Opgetogen

betekenis & definitie

bn. (-er, -st), verrukt, in vervoering zijnde, buiten zichzelf van vreugde, bewondering of blijdschap: de kinderen waren opgetogen; de opgetogen toehoorders: opgetogen van vreugde, van blijdschap; zij was opgetogen over het mooie dat ze langs de weg zag.

< >