Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie Z
- Zalvingpaal
- Zalvingpad
- Zalvingpapier
- Zalvingplaat
- Zalvingplaats
- Zalvingpluvier
- Zalvingpomp
- Zalvingport
- Zalvingprik
- Zalvingraap
- Zalvingraket
- Zalvingregen
- Zalvingregenworm
- Zalvingreiger
- Zalvingriet
- Zalvingrijder
- Zalvingril
- Zalvingroerkruid
- Zalvingruiter
- Zalvingschelp
- Zalvingschep
- Zalvingschip
- Zalvingschipper
- Zalvingschop
- Zalvingschuit
- Zalvingslag
- Zalvingslinger
- Zalvingspiering
- Zama
- Zamac
- Zambo
- Zamelen
- Zameling
- Zamelplaats
- Zamelrecht
- Zamen, te
- Zamolxis
- Zand
- Zandaak
- Zandaakwinning
- Zandaal
- Zandaardappel
- Zandachtig
- Zandadder
- Zandanjelier
- Zandbaai
- Zandbaan
- Zandbaars
- Zandbad
- Zandbak
- Zandbal
- Zandballast
- Zandbank
- Zandbaren
- Zandbed
- Zandberg
- Zandbes
- Zandbestorting
- Zandbij
- Zandblaasmachine
- Zandblad
- Zandblauwtje
- Zandbodem
- Zandboekweit
- Zandboer
- Zanddijk
- Zanddiluvium
- Zanddoddegras
- Zanddoorn
- Zanddorp
- Zanddrijver
- Zandduin
- Zandeiland
- Zanden
- Zander
- Zander-instituut
- Zanderen
- Zanderig
- Zanderigheid
- Zanderij
- Zanderijvaart
- Zandflora
- Zandgat
- Zandgebergte
- Zandglas
- Zandgoed
- Zandgras
- Zandgraver
- Zandgroeve
- Zandgrond
- Zandhaas
- Zandhaler
- Zandhaver
- Zandheuvel
- Zandhoen
- Zandhok
- Zandhoop
- Zandhoos
- Zandig
- Zandigheid
