Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie C
- Cognac
- Cognacfles
- Cognacglaasje
- Cognacgrog
- Cognacstelletje
- Cognitie
- Cognosce te ipsum
- Coh(a)erent
- Coh(a)erer
- Cohabitatie
- Cohaesie
- Cohibatie
- Cohort
- Coifferen
- Coiffeur
- Coiffure
- Coin-de-feu
- Coïncidentie
- Coïncideren
- Coïonnaden
- Coïonnerie
- Coir
- Coïtus
- Coïtusbeweging
- Coïtushouding
- Cokes
- Cokesbedrijf
- Cokesfabriek
- Cokesgas
- Cokeskolen
- Cokesoven
- Cokessilo
- Cokesziftsel
- Col
- Col. (colossenzen)
- Colatie
- Colatuur
- Colbert
- Colbertjas
- Colbertje
- Colbertkostuum
- Colchicaceeën
- Colchis
- Cold cream
- Coleren
- Coliseum
- Coll. (collatis)
- Collaar
- Collaborateur
- Collaboratie
- Collaborator
- Collaboreren
- Collaps
- Collateraal
- Collatie
- Collatierecht
- Collation
- Collationneren
- Collator
- Collébal
- Collectaneum
- Collectant
- Collectante
- Collecte
- Collectebus
- Collecteren
- Collecteschaal
- Collecteur
- Collectezak
- Collectezake
- Collectie
- Collectief
- Collectivisme
- Collectivist
- Collectivistisch
- Collectiviteit
- Collector
- Collectrice
- Collega
- College
- Collegegeld
- Collegehengst
- Collegekamer
- Collegeloper
- Collegemeester
- Collegeuur
- Collegezaal
- Collegiaal
- Collegialiteit
- Collegiant
- Collegium
- Collegium civitatis academicae (lugdu’no batavae) supremum
- Collegium musicum
- Colli
- Collie
- Collier
- Collige, virgo, rosas, dum flos novus et nova pubes
- Collimatie
- Collimatiefout
- Collimatielijn
