Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie C
- Clubverband
- Clubvergadering
- Clypeum post vulnera sumere
- Clysma
- Clytaem(n)estra
- Clytia
- Cm (centimeter)
- Cnossus
- Co (kobalt)
- Co of comp
- Co-assistent
- Co-assistente
- Coach
- Coactie
- Coactief
- Coadjutor
- Coadjutorschap
- Coagulatie
- Coaguleren
- Coaliseren, zich
- Coalite
- Coalitie
- Coalitiebelang
- Coalitieminderheid
- Coalitieministerie
- Coalitieoorlog
- Coalitiepartij
- Coalitieregering
- Coati
- Cobbler
- Coca
- Cocablad
- Cocaïne
- Cocaïnegebruik
- Cocaïneinspuiting
- Cocaïnepraeparaat
- Cocaïnezucht
- Cocaïniseren
- Cocaïnisme
- Cocaïnist
- Cocaïnomanie
- Cocakauwer
- Cocaplant
- Cocas
- Cocatinctuur
- Coccejaan
- Coccejaans
- Coccine
- Coccinine
- Coccus
- Cochenille
- Cochenillecactus
- Cochenilleinkt
- Cochenilleluis
- Cochenilline
- Cocker-spaniël
- Cockney
- Cockneydialect
- Cockpit
- Cocktail
- Cocktailbar
- Cocktailglas
- Cocktailpartij
- Cocktailshaker
- Cocon
- Cocondraad
- Cocotte
- Cocu
- Cocytus
- Cod
- Cod. (codex)
- Coda
- Code
- Codeïne
- Codesleutel
- Codestelsel
- Codesysteem
- Codetaal
- Codetelegram
- Codevlag
- Codewoord
- Codex
- Codicil
- Codificatie
- Codificeren
- Codille
- Codrus
- Coëducatie
- Coëfficiënt
- Coelestum vis magna jubet
- Coeli enarrant gloriam
- Coelo, coelum
- Coenobiet
- Coërcerend
- Coërcibel
- Coërcitief
- Cofferdam
- Cogitationis poenam nemo patitur
- Cogito, ergo sum
- Cognaat
