Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie R
- Rietvoren
- Rietvorst
- Rietwand
- Rietwouw
- Rietzanger
- Rietzodde
- Rietzwaluw
- Rif
- Rifband
- Riffelen
- Riffelhamer
- Riffelijzer
- Riffelkop
- Riffelvijl
- Riffijn
- Rifgat
- Rifgording
- Rifjerafje
- Rifkanaal
- Rifklamp
- Rifleuver
- Riflijn
- Rifmot
- Rifpiraat
- Rifschinkel
- Rifseizing
- Riftalie
- Rifthout
- Rifthoutvloer
- Riftrekker
- Riga-balsem
- Riggeling
- Riggse ziekte
- Right or wrong, my country
- Rigide
- Rigiditeit
- Rigore juris
- Rigorisme
- Rigorist
- Rigoristisch
- Rigorositeit
- Rigoureus
- Rigueur
- Rij
- Rijbaan
- Rijbed
- Rijbeest
- Rijbewijs
- Rijbroek
- Rijcelpoliep
- Rijdek
- Rijden
- Rijder
- Rijderes
- Rijdienst
- Rijdier
- Rijdraad
- Rijdraadisolator
- Rijdster
- Rijen
- Rijenbouw
- Rijeneg(ge)
- Rijenhak
- Rijenschoffel
- Rijenteelt
- Rijentrekker
- Rijenvulkaan
- Rijenwijdte
- Rijenzaaier
- Rijf
- Rijfel
- Rijfelaar
- Rijfelen
- Rijfelijzer
- Rijfels
- Rijgband
- Rijgbottine
- Rijgdraad
- Rijgen
- Rijger
- Rijgewas
- Rijggaren
- Rijggat
- Rijgkoord
- Rijgkous
- Rijglaars
- Rijgleuvers
- Rijglijf
- Rijglijn
- Rijgmalie
- Rijgnaad
- Rijgnaald
- Rijgnestel
- Rijgpen
- Rijgschoen
- Rijgsel
- Rijgsluiting
- Rijgsnoer
- Rijgsteek
- Rijgveter