Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie R
- Reken
- Rekenaar
- Rekenbaas
- Rekenboek
- Rekenbord
- Rekendag
- Rekenen
- Rekenfout
- Rekengenie
- Rekenhof
- Rekenhorloge
- Rekening
- Rekening-courant
- Rekeningcourantboek
- Rekeningcourantverhouding
- Rekeningenboek
- Rekeningetje
- Rekeninghouder
- Rekeningseenheid
- Rekenkamer
- Rekenkast
- Rekenkunde
- Rekenkundeles
- Rekenkundig
- Rekenkundige
- Rekenkunst
- Rekenkunstig
- Rekenkunstje
- Rekenlat
- Rekenlei
- Rekenles
- Rekenliniaal
- Rekenmachine
- Rekenmanier
- Rekenmeester
- Rekenmethode
- Rekenmunt
- Rekenopgave
- Rekenpenning
- Rekenplichtig
- Rekenplichtige
- Rekenplichtigheid
- Rekenraam
- Rekenschap
- Rekenschrift
- Rekenschuif
- Rekensom
- Rekentafel
- Rekentoestel
- Rekenuur
- Rekenwerk
- Rekenwijze
- Rekest
- Rekgrens
- Rekhamer
- Rekhoofd
- Rekhout
- Rekijzer
- Rekje
- Rekke
- Rekkebekken
- Rekkekalf
- Rekkelijk
- Rekkelijkheid
- Rekkeling
- Rekken
- Rekker
- Rekkerig
- Rekkerigheid
- Rekkertje
- Rekking
- Reklaars
- Rekle(d)er
- Rekmachine
- Rekproef
- Rekristallisatie
- Rekrol
- Rekschoen
- Rekspier
- Rekster
- Rekstok
- Rektang
- Rektuig
- Rekverband
- Rel
- Relaas
- Relache
- Relaiëren
- Relais
- Relaisanker
- Relaisopstelling
- Relaisschakeling
- Relapsus
- Relata refero
- Relatant
- Relatie
- Relatief
- Relativisme
- Relativistisch
- Relativiteit
