Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie R
- Reisartikelen
- Reisauto
- Reisavontuur
- Reisbaar
- Reisbed
- Reisbelasting
- Reisbenodigdheden
- Reisbeschrijver
- Reisbeschrijving
- Reisbesluit
- Reisbeurs
- Reisbevrachting
- Reisbibliotheek
- Reisbiljet
- Reisboek
- Reisbrief
- Reisbureau
- Reischaaf
- Reischarter
- Reischeque
- Reisdag
- Reisdeclaratie
- Reisdeken
- Reisdoel
- Reisduif
- Reisduur
- Reisgeld
- Reisgelegenheid
- Reisgenoegens
- Reisgenoot
- Reisgenot
- Reisgenote
- Reisgewaad
- Reisgezel
- Reisgezelschap
- Reisgezind
- Reisgids
- Reisgoed
- Reisherinnering
- Reisindruk
- Reisje
- Reiskaart
- Reiskleed
- Reiskoets
- Reiskoffer
- Reiskoorts
- Reiskosten
- Reiskostuum
- Reiskredietbrief
- Reislectuur
- Reisleider
- Reislust
- Reislustig
- Reismakker
- Reismand
- Reismantel
- Reisnécessaire
- Reisorder
- Reispas
- Reispenning
- Reispet
- Reisplan
- Reisrapport
- Reisroute
- Reisseizoen
- Reistas
- Reistijd
- Reistoilet
- Reisvaardig
- Reisvereniging
- Reisverhaal
- Reisvervrachting
- Reiswagen
- Reiswieg
- Reiswijzer
- Reiszak
- Reisziekte
- Reiszucht
- Reïteratie
- Reizekens
- Reizen
- Reizend
- Reiziger
- Reizigersprovisie
- Reizigersverkeer
- Reizigersvervoer
- Reizigster
- Rek
- Rek-op
- Rekbaar
- Rekbaarheid
- Rekband
- Rekbank
- Rekcylinder
- Rekdraad
- Rekeinde
- Rekel
- Rekelachtig
- Rekeltje
- Rekelvos
