Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie M
- Molukkenkreeft
- Moluwe
- Molybdeen
- Mom
- Momaanzicht
- Mombakkes
- Momber
- Momberschap
- Moment
- Momentaan
- Momenteel
- Momentopname
- Momentsluiter
- Momentsluiting
- Momgewaad
- Momkleren
- Mommelaar
- Mommelen
- Mommeling
- Mommen
- Mommerij
- Mommespel
- Mompelaar
- Mompelen
- Mompeling
- Momumentencommissie
- Momus
- Mon bon monsieur, apprenez que tout flatteur vit au dépens de celui qui lécoute
- Mon cher
- Mon dieu, ayez pitié de mon âme
- Mon verre n est pas grand, mais je bois dans mon verre
- Monade
- Monarch
- Monarchaal
- Monarchie
- Monarchist
- Monarchistisch
- Mond
- Mond- en klauwzeer
- Mondain
- Mondaniteit
- Mondarts
- Mondbehoeften
- Mondcatarrh
- Monddeksel
- Monddelen
- Monde
- Mondelijk
- Mondeling
- Mondelings
- Monden
- Mondgat
- Mondgemeen
- Mondgesprek
- Mondharmonica
- Mondhoek
- Mondholte
- Mondhout
- Mondhygiëne
- Mondig
- Mondigheid
- Mondigverklaring
- Mondijzer
- Monding
- Mondinggeleider
- Mondingsvuur
- Mondje
- Mondjegauw
- Mondjesmaat
- Mondjevol
- Mondklem
- Mondklier
- Mondklikker
- Mondkost
- Mondkroep
- Mondkruid
- Mondkwaal
- Mondlijm
- Mondopening
- Mondorgeltje
- Mondprop
- Mondriet
- Mondslijmvlies
- Mondspiegel
- Mondspleet
- Mondspoeling
- Mondsteek
- Mondstop
- Mondstopper
- Mondstuk
- Mondtrom
- Mondvol
- Mondvoorraad
- Mondwater
- Mondwerk
- Mondwerktuigen
- Mondzak
- Mondzenuw
- Mondzuiverend
- Mone sale