Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Mondjesmaat

betekenis & definitie

I. zn. v., zoveel als men te gelijk in de mond kan nemen; — zeer schraal of nauw afgemeten hoeveelheid;

II. bw., in zeer kleine hoeveelheid : melk krijgen wij nog maar mondjesmaat; — zo weinig mogelijk: inlichtingen kreeg ik mondjesmaat.

< >