Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie M
- Mirtengeur
- Mirtenolie
- Mirtenwijn
- Mirtestruik
- Mirtetak
- Mirtetwijg
- Mirum in modum
- Mis
- Mis hebben
- Mis pakken
- Misachten
- Misanthroop
- Misanthropie
- Misanthropisch
- Misbaar
- Misbak
- Misbakken
- Misbaksel
- Misbedeeld
- Misbeuren
- Misbillijken
- Misboek
- Misbouwen
- Misbouwsel
- Misbruik
- Misbruiken
- Misce stultitiam consiliis brevem
- Miscellanea
- Miscere utile duici
- Misdaad
- Misdadig
- Misdadiger
- Misdadigerstype
- Misdadigheid
- Misdadigster
- Misdeeld
- Misdelen
- Misdienaar
- Misdoen
- Misdracht
- Misdragen, zich
- Misdraging
- Misdrijf
- Misdrijven
- Misdruk
- Misdrukken
- Misduiden
- Mise
- Mise-en-scène
- Misera contribuens plebs
- Misera est magni custodia census
- Miserabel
- Misère
- Miserè ouverte
- Miserere
- Misères d’un roi dépossédé
- Misericordia
- Misericordia domini inter pontem et fontem
- Misèrie
- Miseris succerrere disco
- Miserrimum est arbitrio alterius vivere
- Misery acquaints man with strange bedfellows
- Misgaan
- Misgebed
- Misgeboorte
- Misgelden
- Misgerieven
- Misgeven
- Misgewaad
- Misgewas
- Misgissen
- Misgissing
- Misgooien
- Misgreep
- Misgrijpen
- Misgunnen
- Mishaaglijk
- Mishagen
- Mishand
- Mishandelen
- Mishandeling
- Mishanden
- Mishemd
- Mishoren
- Misjaar
- Misje
- Miskans
- Miskelk
- Miskennen
- Miskenning
- Miskijken
- Miskleed
- Miskleurig
- Miskomen
- Miskopen, zich
- Miskraam
- Miskrediet
- Miskuiken
- Misleggen
- Misleiden
