Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie M
- Meekrapmolen
- Meekrappijlstaart
- Meekrapplanten
- Meekrappoeder
- Meekrappurper
- Meekraprood
- Meekraprups
- Meekrapteelt
- Meekrapveld
- Meekrapverf
- Meekrapvlinder
- Meekrapwortel
- Meel
- Meelachtig
- Meelachtigheid
- Meelappeltje
- Meelbaal
- Meelbal
- Meelbereiding
- Meelbes
- Meelbiet
- Meelbloem
- Meelboom
- Meelbuil
- Meeldauw
- Meeldauwschimmels
- Meeldeeg
- Meeldijk
- Meeldraad
- Meelfabriek
- Meelgat
- Meelgezicht
- Meelgoot
- Meelgras
- Meelhandel
- Meeligger
- Meelij
- Meelkalk
- Meelkamer
- Meelkever
- Meelkist
- Meelkleur
- Meelkoker
- Meelkop
- Meelkoper
- Meelkost
- Meelkuip
- Meellijm
- Meelmees
- Meelmijt
- Meelmolen
- Meeloper
- Meelopertje
- Meelpap
- Meelpeer
- Meelpot
- Meelpulver
- Meelraai
- Meelreep
- Meelspijs
- Meelstande
- Meelsteen
- Meelstof
- Meelstruik
- Meelsuiker
- Meeltobbe
- Meelton
- Meeltor
- Meeltrog
- Meelvat
- Meelvlek
- Meelworm
- Meelworst
- Meelzak
- Meelzeef
- Meelzift
- Meelzolder
- Meenemer
- Meent(e)
- Meentgrond
- Meentmeester
- Meepenning
- Meeprater
- Meeps
- Meepsheid
- Meer
- Meeraal
- Meerafzetting
- Meerasfalt
- Meerbezinking
- Meerbladeren
- Meerbodem
- Meerboei
- Meerboezem
- Meerbolder
- Meerder
- Meerdere
- Meerderen
- Meerderheid
- Meerdering