Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie M
- Meandrisch
- Mecanicien
- Mecano
- Mecenas
- Mechanica
- Mechanicus
- Mechaniek
- Mechanisatie
- Mechanisch
- Mechaniseren
- Mechanisering
- Mechanisme
- Mechanotherapie
- Mechels
- Meconine
- Meconium
- Mecum tantum et cum libellis loquor
- Med ea
- Med. cand
- Med. dr
- Med. stud
- Medaille
- Medailleur
- Medaillist
- Medaillon
- Medaillonportret
- Mede
- Mede, bw
- Medeaansprakelijk
- Medeaanwezig
- Medeaanzitten
- Medeafgevaardigde
- Medeambtenaar
- Medearbeiden
- Medearbeider
- Medebediende
- Medebeklaagde
- Medebelanghebbende
- Medebeschuldigde
- Medebestuurder
- Medebestuurslid
- Medebrenging
- Medebroeder
- Medebroederschap
- Medeburger
- Medeburgeres
- Medeburgerschap
- Medechristen
- Médecine après la mort
- Medecommissaris
- Medecrediteur
- Mededader
- Mededeelbaar
- Mededeelhebber
- Mededeelzaam
- Mededeelzaamheid
- Mededienstknecht
- Mededier
- Mededinging
- Mededirecteur
- Mededirectrice
- Mededogen
- Mededogend
- Mededogendheid
- Mededoogzaam
- Medeëeuwig
- Medeëigenaar
- Medeëigendom
- Medeërfgenaam
- Medegebruik
- Medegebruiker
- Medegedeputeerde
- Medegenoot
- Medegetuige
- Medegevangene
- Medegevoel
- Medehandelaar
- Medeklinken
- Medeklinker
- Medel
- Medeleerling
- Medelegataris
- Medeleraar
- Medelezer
- Medelid
- Medelijden
- Medelijden, meelij
- Medelijdend
- Medelijdendheid
- Medelijdenswaardig
- Medeloper
- Medemens
- Medeminnaar
- Meden
- Mèden agan
- Mèden thaumazein
- Medeondertekenaar
- Medeondertekenen
- Medeondertekening
- Medeoorzaak