Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie K
- Kermismeid
- Kermismeisje
- Kermisnacht
- Kermispak
- Kermispop
- Kermispret
- Kermisreiziger
- Kermissen
- Kermisspeelgoed
- Kermisspel
- Kermisstuk
- Kermistent
- Kermistijd
- Kermisvermaak
- Kermisvermakelijkheid
- Kermisvertoning
- Kermisvolk
- Kermisvreugd
- Kermisvrijer
- Kermisvrijster
- Kermiswagen
- Kermisweek
- Kermiswerk
- Kermiswijn
- Kermiszang
- Kermiszanger
- Kermiszangster
- Kermster
- Kern
- Kern, binnenste
- Kernachtig
- Kernachtigheid
- Kernbak
- Kernbijter
- Kerndeling
- Kernen
- Kernenergie
- Kerngetal
- Kerngezond
- Kernhout
- Kernhuis
- Kernig
- Kerning
- Kernkaliber
- Kernlading
- Kernlichaampje
- Kernlis
- Kernmaker
- Kernooft
- Kernphysica
- Kernprobleem
- Kernrot
- Kernschaduw
- Kernschot
- Kernspijker
- Kernspreuk
- Kernstang
- Kernsteen
- Kernvrucht
- Kernzand
- Kernzeep
- Kernzwammen
- Kerosine
- Kerria
- Kerrie
- Kerrieduiker
- Kerriepoeder
- Kerrierijst
- Kerriesaus
- Kerriesoep
- Kers, plant
- Kers, vrucht
- Kersappel
- Kersebloei
- Kersebloesem
- Kersebomenhout
- Kersebongerd
- Kerseboom
- Kerseboomgaard
- Kerselaar
- Kerselaren
- Kersenbijter
- Kersenbrandewijn
- Kerseneten
- Kersengelei
- Kersengom
- Kersenhout
- Kersenjaar
- Kersenjam
- Kersenlikeur
- Kersenmand
- Kersenoogst
- Kersenpikkertje
- Kersenpluk
- Kersensap
- Kersentaart
- Kersentak
- Kersentijd
- Kersenveiling
- Kersenvink
